Hands Pulling Reflex

Misschien herkent u uzelf of uw kind in onderstaande kenmerken, of een aantal ervan.
- Kenmerken van Dyspraxie als:
* Slecht/onduidelijk handschrift
* Afkeer van schrijven
* Moeite met fijne en grof motorische activiteiten
* Articulatieproblemen
* Moeite met vertellen/onder woorden brengen
- ADD/ADHD, Autisme (kenmerken)
- Geslotenheid
- Moeite met veranderingen
- Moeite met grenzen aanvoelen
- Moeite met grenzen aangeven
- Afwijkende spierspanning in armen
- Veel aan anderen zitten (duwen, trekken, willen knuffelen…)
- Op de achtergrond blijven
- Faalangst en onzekerheid
- Onbalans tussen geven en nemen
- Moeite met inschatten van situaties
- Verminderd invoelingsvermogen
- Nekklachten of afwijkende houding
Het zijn een aantal kenmerken die kunnen horen bij een niet goed ontwikkelde of nog actieve Hands Pulling Reflex (HPR).
Tijdens de zwangerschap is de HPR in de baarmoeder al vanaf een week of 12 aanwezig. Na de geboorte is de reflex tot ongeveer de 2de maand zichtbaar, wanneer je het baby’tje bij de polsen vasthoudt en voorzichtig naar “zit” omhoog trekt. De baby zal zijn hoofdje oprichten en in de beweging meegaan.
Soms is het vasthouden van de polsen al genoeg om een baby reflexmatig naar boven te zien komen, zonder dat je hem daadwerkelijk naar je toe trekt. Na 2 maanden zal de grijpreflex van de handen (Robinson Hands Grasp) zich aan de HPR koppelen en zal de HPR geleidelijk aan verdwijnen (integreren).
Rond z'n 1ste levensjaar zal een kindje het hoofd vanuit een meer onbewuste aansturing van de spieren (motorische controle) het hoofd rechtop moeten kunnen houden. Het naar zich toe trekken (“Pulling”) van iets met de handen, en aanspannen van de nekspieren zullen van elkaar losgekoppeld worden.
De ene beweging mag geen reactie bij de andere meer uitlokken.

De reflex is erg belangrijk voor de ontwikkeling van de juiste spierspanning in de armen, handen, nek, rug en buik. Eigenlijk voor ons hele bovenlijf.
Wanneer de reflex nog actief is, is het lastig om vanuit ontspanning te schrijven, knippen, tekenen, veters te strikken, knopen door knoopsgaten te halen, etc. Door de abnormale spanning in het bovenlijf/de armen is het lastig om fijne bewegingen te maken. De schrijfbeweging hoort normaal gesproken voornamelijk vanuit de pols en vingers te komen. Je kunt je voorstellen dat als de hele arm mee wil doen, de bewegingen groter en meer ongecontroleerd worden.
Voor het vangen van bijvoorbeeld een bal moet je goed je hoofd kunnen oprichten, de bal kunnen volgen, de armen in de juiste positie houden en handen en vingers om de bal kunnen sluiten zodat deze niet valt. Deze grof motorische handeling lijkt zo eenvoudig voor de meesten van ons, maar met een stuurloos bovenlijf is het echt een hele opgave.
Metaforisch staat de reflex voor het naar je toe durven halen van mensen of (nieuwe) situaties. Nieuwsgierigheid naar het onbekende, maar ook bekende. Open staan voor uitdagingen en ontmoetingen.
Mensen met een actieve of niet geïntegreerde HPR kunnen dit lastig vinden. Ze zullen misschien letterlijk de ander wegduwen of naar zich toe trekken. Misschien ken je die kinderen wel, die in de gang of op het schoolplein altijd even de ander aan moeten raken, even aan de ander moeten trekken, letterlijk de ander moeten voelen om hun eigen positie te bepalen of aan te geven.
Sommige kinderen uiten het juist door zich letterlijk en figuurlijk terug te trekken. Ze vinden nieuwe dingen maar eng, en gaan uitdagingen liever uit de weg. Deze kinderen zullen zich nooit voor een belangrijke rol in een toneelstuk opgeven en in de klas niet snel zomaar hun vinger opsteken....
Aan de andere kant zie je juist de kinderen/volwassen die met “iedereen” veel te knuffelig zijn en té dicht bij de ander willen komen. Misschien overal "hun neus in willen steken" en te veel met andermans zaken bemoeien. Er ontstaat een ongezonde balans tussen wat kan en niet kan. Grenzen aanvoelen en aangeven is heel lastig voor deze mensen. Het kunnen enthousiastelingen zijn, die overal voor in zijn, overal oplossingen voor lijken te vinden en graag zaken naar zich toe trekken.
Kinderen met ADD, ADHD, en binnen het Autisme Spectrum, hebben vaak een niet ontwikkelde of nog actieve HPR.
De HPR is sterk verbonden met de Robinson Hands Grasp. Hierdoor zie je vaak dat deze kinderen o.a. moeite hebben met de verbale communicatie. Beide reflexen zorgen ervoor dat het kind iets kan vastgrijpen en naar de mond kan brengen. Hier wordt de Babkin Palmomental Reflex geactiveerd die erg belangrijk is voor de sensorische en motorische ontwikkeling van het mondgebied. Niet ontwikkeld, of nog actief, geeft dit afwijkingen in spierspanning en gevoelsbeleving in het mondgebied. Hierdoor kunnen er naast articulatie- of andere taalontwikkelingsproblemen, ook bijvoorbeeld eetproblemen ontstaan.

Waar een “simpele” motorische reflexmatige beweging verantwoordelijk voor kan zijn, he…..