Het is een ongelofelijk bijzonder proces, de ontwikkeling van een bevruchte eicel tot een volgroeid bewegend en lerend mens. Over het algemeen zal een zwangere vrouw de eerste bewegingen van haar baby zo tussen de 12e en 20e week van de zwangerschap gaan voelen. De baby is echter al voordat je weet dat je zwanger bent volop in ontwikkeling en zelfs al volop in beweging. De basis van de hersenen, de hersenstam, en het ruggenmerg worden tijdens de eerste weken gevormd. Bij zeven weken start de ontwikkeling van de armpjes en beentjes, en het bewegen om te ontwikkelen kan beginnen.

Ik vind het altijd weer wonderlijk dat aan het eind van het eerste trimester, rond 12 weken, de baby nog maar zo’n 7 centimeter is en de hartfunctie, de belangrijkste organen en het zenuwstelsel al aangelegd zijn.
Met andere woorden na 12 weken is er al een volledig ‘minimensje’ gevormd.
In de loop van de weken en maanden zal de baby zich steeds verder gaan ontwikkelen, zullen er steeds meer en sterkere hersenverbindingen ontstaan tot het, in de meeste gevallen, klaar is om geboren te worden.

Een gezonde baby wordt dus geboren met volledig ontwikkelde hersenen. Tenminste, zo ontwikkeld dat het vanuit reflexmatige bewegingen aan de basisveiligheid kan voldoen. Daar bedoel ik mee, dat het o.a. van zich kan laten horen als het honger heeft, dat het huilt als het koud of te warm is en dat het kan bewegen, niet bewust maar reflexmatig. Nu zijn al deze functies natuurlijk heel belangrijk, maar voor een goed verloop van de ontwikkeling van de hersenen is het reflexmatig bewegen met name belangrijk.
Elk bewegingspatroon zorgt voor hersenontwikkeling, voor de aanleg van nieuwe en sterkere verbindingen, zodat het kind uiteindelijk zich zo ontwikkelt dat het bewust kan denken en handelen. Maar voordat het zover is, zullen de hersenen zich na de geboorte op 3 gebieden sterker moeten ontwikkelen. Elk gebied is verantwoordelijk voor een ander deel van de hersenen en zal invloed hebben op de lichamelijke, emotionele en cognitieve ontwikkeling. Een ontwikkeling van onbewust naar bewust.
De hersenstam en het cerebellum
Deze fase stimuleert de ontwikkeling van de coördinatie van de voor- en achterkant van het lichaam.
Een pasgeboren baby kan nog niet veel meer dan op z’n rug of buik liggen en in deze positie voor- en achterwaartse reflexmatige bewegingspatronen maken. Het gaat dan om de zogenaamde spinale bewegingen, het buigen en strekken van de wervelkolom, van het hoofd tot aan het staartbeen.
In deze periode wordt een sterk fundament gelegd voor het zich veilig voelen.
Naast dat de hersenstam automatische functies als ademen en hartslag regelt, is het ook verantwoordelijk voor onze eerste overlevingsmechanismen; vechten, vluchten of bevriezen. De baby moet het in deze periode o.a. hebben van zintuigen als horen, zien en voelen om zijn omgeving te begrijpen en daarop te kunnen anticiperen. Hier wordt o.a. de basis gelegd voor focus en aandacht, wat belangrijk is voor overleving en je veilig voelen. Het onderdeel dat hier een belangrijke rol in heeft is het RAS, het Reticulair Activatie Systeem. Dit systeem kan je vergelijken met een filter. Goed ontwikkelt zal het belangrijke prikkels van minder belangrijke prikkels onderscheiden en doorlaten, zodat je niet overladen wordt met informatie.

Het cerebellum, de kleine hersenen, houdt van ritme. Het is geen toeval dat we een huilend kind vaak door wiegen of voorzichtig ritmisch kloppen op het ruggetje kunnen geruststellen. Het cerebellum ontwikkelt zich sterk in en door ritme, waarna het een sterke verbinding maakt met de middenhersenen, om zo de volgende fase in de ontwikkeling te activeren.

Kinderen en volwassenen waarbij de hersenstam en het cerebellum niet optimaal ontwikkeld zijn, kunnen concentratie- en aandachtsproblemen ontwikkelen. Kunnen sterk aanhankelijk zijn en bij een stressvolle of onverwachte situatie uit het veld geslagen zijn. Meestal zie je een te actieve vecht-, vlucht- of bevriesreactie door een onjuiste prikkelverwerking. Soms zie je dat deze kinderen zich beter kunnen concentreren door heen en weer te bewegen.
De middenhersenen
Dit deel van de hersenen, dat boven de hersenstam ligt, heeft een hele complexe structuur en samenstelling. Het bestaat uit de Thalamus, Hypothalamus, Amygdala, Basale Ganglia, Hypocampus, Hypofyse en Pijnappelklier en is in grote lijnen verantwoordelijk voor de emotionele ontwikkeling en het kunnen binden en loslaten met zowel mensen als dingen. Het zorgt voor de coördinatie van het boven- en onderlichaam en stelt je in staat om bij gevaar of stress een verdedigende houding aan te nemen door te vechten of te vluchten. In deze periode zijn de reflexen die zorgen voor visuele- en auditieve ontwikkeling volop in ontwikkeling.
Je kan de middenhersenen eigenlijk zien als een soort tussenstation voor het doorsturen van zenuwsignalen van en naar verschillende hersengebieden. Het heeft o.a. een belangrijke rol in het omzetten van informatie in het korte termijngeheugen naar het lange termijngeheugen. Het is een soort sorteerplaats voor het geheugen waar belangrijke gebeurtenissen geselecteerd worden om bewaard te worden.

De hippocampus, de hypothalamus en een deel van de thalamus maken onder andere deel uit van het limbisch systeem. Dit systeem is betrokken bij emoties en stemmingen, ons instinct en het onbewuste, en bij de lichamelijke en emotionele reactie daarop. Dit is echter niet het enige deel van de hersenen die betrokken is bij emotie, maar wel een hele belangrijke.
In dit deel van de hersenen zit ook nog een ander klein maar heel belangrijk gebied, de pijnappelklier, die een aantal hormonen aanmaakt waaronder melatonine. Melatonine is belangrijk voor ons dag- en nachtritme.

Je kunt je voorstellen dat problemen in dit complexe hersengebied voor een breed scala aan leer- en gedragsproblemen en uitdagingen op fysiek en psychisch gebied kunnen zorgen.
Kinderen en volwassenen kunnen o.a. moeilijkheden ervaren in het aanvoelen van zichzelf ten opzichte van de ander. Kunnen motorisch onhandig zijn, letterlijk en figuurlijk instabiel zijn, en moeite hebben met het generaliseren van het geleerde in andere situaties, zowel sociaal-emotioneel als cognitief.
Hersenschors of cerebrale cortex
De hersenschors is de buitenste laag van de grote hersenen en is verantwoordelijk voor de coördinatie tussen de linker- en rechterkant van ons lichaam. Het is een enorm ontwikkeld deel wat ons in staat stelt om intellectueel te functioneren als mens. Anatomische heeft het een sterk plooiende structuur. Als je het helemaal zou uitleggen, zou het 30 keer zo groot zijn. Dit is nodig om alle functies en de daarbij horende zenuwverbindingen een plek te kunnen geven.
De hersenschors is onderverdeeld in 4 deelgebieden, de zogeheten “kwabben”.
1. Voor aan zit de frontaalkwab. Hier bevinden zich de executieve functies die ons o.a. helpen om te plannen en te organiseren, emoties te reguleren, beslissingen te nemen, om vol te houden als iets moeilijk is, flexibel te reageren en om informatie te onthouden.
2. De temporale kwab ligt ongeveer boven de oren en regelt voornamelijk functies t.a.v. het verbaal geheugen, de verwerking van spraak/taal en het gehoor.
3. Achter de temporale kwab ligt de pariëtale kwab. In dit deel wordt o.a. informatie vanuit de spieren verwerkt. De motorische verwerking zou je kunnen zeggen. Daarnaast heeft het een belangrijke taak in de verwerking van zintuiglijke informatie en het ruimtelijk inzicht.
4. Helemaal aan de achterkant van de hersenschors ligt de occipitale kwab. Het wordt ook wel de visuele schors genoemd, omdat het dat wat we zien of beleven omzet in beelden. Hoe we iets zien, wordt dus bepaald door de manier hoe de occipitale kwab dit verwerkt.

Je hersenschors herbergt dus een behoorlijk aantal functies. Naast zintuiglijke informatieverwerking via ogen, oren, aanraking en evenwicht, stuurt hij ook je spieren aan en zorgt hij ervoor dat je beslissingen kunt nemen. Dit deel van de hersenen maakt dat wij ons onderscheiden van de dieren, o.a. door ons vermogen tot taalverwerving.
Wanneer er problemen optreden tijdens de ontwikkeling van de hersenschors, kunnen kinderen en volwassenen problemen ondervinden in de lateralisatie. Dit is het vermogen om zowel de linker- als de rechterkant van het lichaam te gebruiken en om over de middellijn van ons lichaam heen te bewegen.
Deze complexe motorische vaardigheid helpt zenuwverbindingen te maken tussen het ervaren en begrijpen, het denken en doen. Dit komt op grote schaal terug in het schoolse leren. Veel leerproblemen, maar ook gedragsproblemen kunnen herleid worden naar een onrijpe hersenschors.
Voor elk gebied zijn nog tal van voorbeelden te noemen welk een onrijp zenuwstelsel tot gevolg kan hebben. Algemeen is te stellen dat dit merkbaar kan zijn op leer- en gedragsgebied en op het fysiek en psychisch welbevinden.
Reflexintegratie is gebaseerd op de stimulatie van deze 3 hersengebieden om de verbindingen in de hersenen te versterken en te zorgen voor basisveiligheid. Hoewel al vroeg in de zwangerschap de meeste primaire reflexen al aanwezig zijn, helpen deze primaire reflexen na de geboorte om de hersenverbindingen per gebied te versterken. Elke periode kent zijn eigen reflexpatronen die hier voor zorgen en de baby steeds onafhankelijker en zelfstandiger maakt. Met andere woorden, hoe ouder de baby wordt, hoe meer complexe motorische reflexmatige bewegingen ervoor zorgen dat een baby verder komt in zijn motorische en cognitieve ontwikkeling. Van liggen op de rug, naar omrollen, tijgeren, kruipen, lopen en zelfs rennen.
Van prachtig brein naar krachtig brein. Wat zit de natuur toch mooi in elkaar he 😊
Margreet Leeflang-Wobbes

Van prachtig brein, naar krachtig brein

Comments are closed.