MORO
De MORO-reflex is een reflex die iedereen waarschijnlijk wel eens gezien heeft bij een pasgeboren baby’tje. Wanneer een baby schrikt, gooit het zijn armpjes wijd opzij en neemt een flinke hap lucht. Als de armpjes daarna weer bij elkaar komen volgt in de meeste gevallen een heftig gehuil. Op deze manier roept de baby als het ware om hulp, het slaat alarm. Het wordt daarom ook wel de “alarmreflex” of “schrikreflex” genoemd. De reflex ontstaat zo’n 9 weken na de conceptie in de baarmoeder en moet tussen de 3 á 4 maanden na de geboorte verdwenen (geïntegreerd) zijn. De “volwassen” schrikreflex moet het daarna overnemen.
Tijdens een “volwassen” schrikreactie reageer je vaak door de adem in te houden, een versnelde hartslag, met je ogen te knipperen, je armen in de verdedigingshouding voor je romp te houden, vingers te spreiden en een algemeen aanspannen van de spieren in je hele lichaam. Je komt even flink op scherp te staan.
Na een kort moment van spanning zal het lichaam deze reactie doorgaans weer loslaten en stabiliseren. Het wordt een probleem als de spanning in het lijf niet afneemt, niet meer weg gaat.
Door problemen gedurende de zwangerschap, tijdens de bevalling bij zowel moeder als kind of in het eerste levensjaar, kan er een reflex-ontwikkelingsstoornis ontstaan. In het geval van de MORO-reflex kan het kind als het ware constant “op scherp” staan. Of als hij niet aanwezig is geweest kan het “ongevoeligheid/onverschilligheid” tot gevolg hebben. Een overgevoeligheid of ongevoeligheid voor prikkels van buitenaf maakt dat het kind voortdurend in de “vecht, vlucht of bevries-stand” staat.
"Enkele" kenmerken van een niet geïntegreerde MORO-reflex zijn:
• Niet meer tot rust kunnen komen of ontspannen
• Hyperactief zijn en moeite hebben met focussen (ADHD kenmerken)
• Overmatig gespannen of juist lusteloos zijn
• (Faal) angstig, schrikachtig of juist gevoelloos lijkend
• Verminderd zelfvertrouwen, zelfbeeld en moed
• Allergieën hebben
• Moeilijk keuzes kunnen maken
• Snel afgeleid zijn, omgeving in de gaten (moeten) houden
• Moeite met motorische handelingen
• Overgevoelig zijn voor licht en geluid.
• Overgevoelig zijn voor kleine prikkels als labeltjes/etiketten in kleding, naden in sokken etc.
• “Van een mug een olifant maken”
• Slecht veranderingen en kritiek verdragen
• Niet los kunnen laten, starheid in denken en handelen
• Last hebben van luchtwegaandoeningen
• “Vol” hoofd hebben
• Chaotisch zijn
• Vaak buikpijn, hoofdpijn of andere lichamelijke klachten
• Burn-out (verschijnselen) of depressie
• Weglopen voor verantwoordelijkheden
De MORO is een hele cruciale reflex in de ontwikkeling van een kind. Hij heeft een hele bepalende rol in alles wat daarna komt. Een actieve MORO zorgt voor stress in het lijf. En met stress in het lijf kan je niet tot optimale ontwikkeling komen. De voorbeelden hierboven geven al aan dat dit door kan werken in alle gebieden: leren, gedrag, fysiek en psychisch. Ook hier zie je waarschijnlijk de diagnoses, etiketjes en hokjes weer voorbij komen.